Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo vielen de vier en twintig ouderlingen voor Hem, Die op den troon zat, en aanbaden Hem, Die leeft in alle eeuwigheid, en [23]wierpen hun kronen voor den troon, zeggende: 23. Niet om zichzelf daarvan te ontbloten, maar om te bewijzen dat hun overwinning niet vna hen maar van Hem kwam die op den troon zat, hetwelk zij met dit nedervallen en werpen hunner kronen betuigen.